Karel van Meurs leert beter Nederlands bij het Taalhuis
Een vader uit Nederland en een moeder uit Burundi (Afrika): dat zijn de ouders van Karel van Meurs. Op 17-jarige leeftijd kwam hij naar Nederland. Hij sprak de taal niet goed, maar gaat nu aan de slag als taalvrijwilliger. Een mooie stap!
Van Burundi naar Nederland
Karel is geboren in Burundi en groeide daar op. Zijn vader werkte als tropisch landbouwkundige en leerde in Burundi zijn moeder kennen. In Burundi spraken ze thuis Frans. Toen hij 17 was, kwamen Karel en zijn ouders naar Nederland. Hij voelde zich vreemd in zijn eigen land, want hij sprak de taal niet goed. Karel: “Ik heb geprobeerd in een callcenter te werken, maar gezien ik een visuele beperking heb, was dat lastig. Het liefst was ik sportleraar of maatschappelijk werker geworden. Iets doen met mensen.”
Koolzuur of zuurkool?
Karel woont samen met zijn moeder, die ziek is. Hij wist dat hij door zijn zieke moeder in Nederland zou blijven en wilde daarom ook iets doen aan zijn taal. “Hoe kun je in een land wonen waar je vader vandaan komt, maar je zelf niet alles begrijpt?”, vraagt Karel zich af. Hij woont nu 23 jaar in Nederland, maar loopt er nog steeds tegenaan dat taal soms lastig is. “Je wilt de krant lezen, een televisieprogramma volgen, brieven kunnen lezen. Je merkt ook dat mensen vaak spreekwoorden en gezegden gebruiken, maar die heb ik nooit meegekregen.” Bij een activiteit in het wijkcentrum zei iemand: je kunt geen ijzer met handen breken. Ik weet dan niet wat iemand bedoelt. Ook haal ik soms woorden door elkaar. Ik zou bijvoorbeeld koolzuur kunnen bestellen in plaats van zuurkool.”
Het Taalhuis kan helpen
Karel wilde graag boeken lezen tegen de verveling, maar begreep vaak niet alles van het verhaal. Karel: “Toen dacht ik: bij het Taalhuis kunnen ze me vast helpen. Ik vind het fijn dat ik met mijn vragen terecht kan bij het Taalhuis. Dat ze me helpen en antwoord geven op de vragen die ik heb. Ik kom nu elke week om te oefenen en zie dat mijn woordenschat is verbeterd. En ik weet nu wel wat ijzer met handen breken betekent: dat je niet het onmogelijke kan doen.” Het onmogelijke kan Karel misschien niet, maar hij ziet wel wat hij kan leren. En hij gaat zich daarom ook inzetten als taalvrijwilliger om andere mensen te helpen. Want hij weet als geen ander hoe belangrijk het is om de taal te leren en waar je tegenaan loopt. “Heb je net als ik soms moeite met Nederlands? Kom dan naar het Taalhuis. Daar helpen ze je!”